Fika tijd (koffie drinken)
Ons laatste dagje Mora. Na twee dagen bijkomen met nog wat mooie wandelingen zitten we nu aan de fika en blikken nog een keer terug op de laatste week. Wat is er veel gebeurt en wat hebben we leuke ontmoetingen gehad. Met uitzondering van de beruchte elandvlieg, waarbij het even duurden voor we deze herkenden. Van die gekke kriebelige beestjes die zich in je haar en kleding verstoppen.
De kleine stuga waar we in verbleven was weer heerlijk Zweeds, een echt kabouterhuisje, perfect voor Monique, iets minder perfect voor mijn hoofd. De deurpost was toch net iets te laag.
Op de Gesundaberget (bij Gesunda waar we verbleven) heb ik nog even een mooi plaatje geschoten van de Siljan, het zes na grootste meer van Zweden. Wat een uitzicht!
We vertrekken vanavond naar Stockholm om daar de nachttrein naar Malmö te nemen. Daar slapen we een nachtje bij en dan vertrekken wij met de flixbus de volgende nacht naar Nederland.
Bedankt voor het meereizen! Op de pagina van de Södra kungsleden heb ik onderaan nog een review van de drie routes geschreven voor de geïnteresseerde.
Liefs Merel
Rust
Op dit moment zit ik op een bank te kijken hoe Merel als een berggeit omhoog klimt. Onze laatste dagen in de buurt van Mora. Wat was ik blij dat ik na een enorme lange reis vanuit Docksta in Mora aankwam en Merel zag staan.
Tijd om terug te kijken naar mijn dagen in het noorden van Zweden. Eigenlijk wordt het noorden van Zweden in tweeën gedeeld Laponia en noord Zweden. Boven en onder de poolcirkel. De natuur boven de poolcirkel met name rond Kiruna is echt bergachtig en wat kaal. Zak je iets meer naar beneden richting Jokkmokk, strekt zich de natuur uit in eindeloze bossen meertjes en flinke heuvels wat je net geen bergen mag noemen. Je verwacht niet dat er mensen wonen. Ik vond daar in die bossen een klein dorpje met acht huizen en een airb&b. Zou ik daar kunnen komen met het openbaar vervoer? Ik had al contact met de eigenaren gehad zij wilden me wel ophalen bij een station 15 km van hun boerderij vandaan.
Na wat gepuzzel lukte het me om een trein naar Jorn te boeken waar ik precies op tijd opgehaald werd door Ralf om door te rijden naar Petikstras. Mijn mond viel open. Wat een natuurschoon, bossen met doorkijkjes, meertjes en uiteindelijk een groot meer en in die 15 min durende autorit geen enkele andere weggebruiker. De weg was een landweggetje van grind. Immers je ziet alleen gedurende zomer, die kort duurt, de echte weg. De overige tijd van het jaar ligt er sneeuw, echt sneeuw 3 tot 4 meter.
En daar lag de boerderij aan een meer zo idyllisch. Ik had het gevoel dat ik in het paradijs van Zweden aangekomen was. En dan de host Matilda en Ralf, wat een lieve open mensen, niets was hun te veel. Ik werd volledig in de watten gelegd, van een Zweeds ontbijt tot een fika op het meer. En als klap op de vuurpijl een Sri Lankaans diner. Je kunt er eindeloos wandelen en je moet oppassen om niet te verdwalen. Het jachtseizoen was geopend waardoor ik echt gevaar liep volgens Ralf. Hij nam me daarom ’s middags mee op zijn squat. In het begin was ik een beetje bang, hup recht de berg op, dat ben ik niet gewend maar al gauw voelde het vertrouwd. Wat kun je in een paar dagen van een plek met zijn bewoners gaan houden. Jammer dat ik afscheid moest nemen maar ik kom hier zeker terug.
Op, alweer naar de volgende stop. Docksta, een plaats aan de Baltische zee, bekend om de Höge Kusten een natuur reservaat. Ik had daar een boothuis geboekt. Vol spanning stapte ik de bus uit, stralend weer en een prachtige kustlijn. Ook hier werd ik heel hartelijk ontvangen en wat hebben ze de oude Noord Zweedse boothuizen prachtig gerestaureerd. Kon wel merken dat het seizoen voorbij is. Anders zal het daar wel aardig vollopen met toeristen.
Na een nacht met maneschijn op het water, ben ik de volgende dag eerst gaan informeren of ik wel in Mora zou kunnen komen.
Dat was nog niet makkelijk. De busdiensten op zaterdag zijn onlangs geschrapt en laat ik nu net gedacht hebben om op zaterdag naar Mora te gaan, mooi niet dus. Dat werd op vrijdag een nachttrein dus ‘ s avonds om 11 uur de bus. Daardoor wilde ik mijn dag goed besteden en heb ik een mooie wandeling de berg op gemaakt waar ik een rusthut vond, volledig aangekleed met zagen, bijlen, boeken verrekijker. Ongelofelijk dat dit zo blijft liggen en dat niemand dat vernield of meeneemt. Lekker moe kwam ik weer in het boothuis met het idee dat ik dan lekker zou kunnen slapen in de trein.
Helaas pakte dat anders uit. Mijn trein die om 2 uur ’s nachts zou vertrekken, vertrok niet. Daar zit je dan op een vrijwel verlaten station tussen de vrouwen die daar de nacht doorbrengen. Met verbazing luisterde ik naar de snurkgeluiden, ik voelde me niet zo comfotabel om te kunnen slapen. Uiteindelijk kwam er rond 4 uur een trein waar ik in kon stappen en waar ik wel 2 uur in heb kunnen slapen. Jullie zullen begrijpen dat mijn vreugde om Merel weer te zien in Mora groot was en nog steeds is. Mijn reis alleen was goed, ik maakte daardoor andere dingen mee. Wat ik dan wel mis is het kunnen delen van de moeilijke momenten, de leuke momenten, de mooie momenten. En bovenal het samen kunnen lachen, we zijn dat nu aan het inhalen. Wat hebben we veel beleeft, ieder op onze eigen manier en wat komt dat weer mooi bij elkaar. Ik ben dankbaar voor en over onze vriendschap.
Lieve groet Monique.