Daar gaat Monique in een volle trein richting het noorden. Vol mensen die zich verheugen op het Midsommarfest wat vandaag en vooral vannacht is. Je ziet mensen met bloemenkransen op hun hoofd, vol gepakte koffers, tassen en koelboxen en je hoort ze elkaar een goed midsommarfest wensen.
De afgelopen vier dagen zijn behoorlijk rap gegaan. Monique kwam met een flinke vertraging maandag op Stockholm aan (gelijk een flinke regenbui) waarna we meteen uitgebreid zijn gaan fika’en. Genoeg om bij te praten. Daarna liepen we door de wat benauwde stad, hoppend van eiland naar eiland (daar bestaat de stad uit), naar ons hostel op een grote boot. Lekker schommelend in het bed. Deze was wat hard dus heb ik toch maar even mijn luchtbedje er tussen gepropt.
Wat hebben we bezocht?
Skansen, het grote openluchtmuseum op Djurgården. Zeker de moeite waard! Veel kleine huisjes met een geschiedenis en oude ambachten. Ze hadden kleine dorpjes uit verschillende regio’s nagemaakt. Ook heb ik eindelijk de bruine beer en een eland in zijn geheel gezien. Toch is de magie er echt wel af als ze in een hok zitten. Je kan hier in ieder geval makkelijk een dagje rond dwalen.
Gamla stad, het oude centrum met veel kleine straatjes, winkeltjes, eettentjes en toeristen. Het had een goede sfeer en we hebben ook even de echte toerist gespeeld op zoek naar leuke Zweedse sokken.
Millennium tour op het eiland Söderholm. Onze boot lag aan de kade van dit eiland en het appartement van Mikael Blomkvist lag vlakbij. Daardoor heb ik wat plekjes opgezocht en hebben we via de bekende plaatsen de straatjes verkend.
Het stadhuis dat dit jaar feest vierde. We hadden elke avond live muziek van een jazzband dat daar optrad. We lagen er met de boot tegenover dus hebben we er lekker van kunnen genieten. Ook hebben we gisteravond de Kungaslupen Vasaorden gezien, zoals onze gouden koets maar dan nu op een bootje. De koning en koningin werden zo naar het stadhuis gebracht.
Fjäderholmarna, het eilandje op de Stockholmse archipel, wat op een half uur durende boottocht van de stad ligt. Een klein eilandje dat je in 20 minuten rondloopt maar toch net even het gevoel te krijgen van de archipels. Het was een aangename tocht met deze warmte.
De stad is enorm groot en drie volle dagen zijn niet genoeg om alles te zien (als je dat al zou willen). Maar ik moet er ook niet aan denken om langer te blijven omdat het best intensief is en het contrast is natuurlijk mega met de afgelopen maand. Toch hebben we enorm genoten en is het zeker goed bevallen.
Ik heb nog even een bezoekje gebracht aan de plek waar Olav Palme vermoord is. We hadden de serie op Netflix gezien dus het was herkenbare plaats hoewel ik het gedenksteentje wel erg klein vond. Zelf zit ik nu in de flixbus terug naar huis. Alleen vanavond een overstap in Kopenhagen en dan ben ik morgenochtend alweer in Nederland. Ik heb echt ontzettend genoten van deze reis met al jullie lieve motiverende en enthousiasmerende berichten. Dankjulliewel!
De rode mieren sliepen gelukkig nog toen ik mijn tent uit kroop. Die beestjes zijn echt overal. Eerst een opfrisbeurt bij het meertje, ik ben echt zo blij met mijn washandje, gemaakt van een stukje oude outdoorhanddoek.
Bij het eerste kerkje gezocht naar een stempelkastje maar na een rondje om vond ik het wel mooi geweest. Wel een bankje om mijn sokken te wisselen. Dit doe ik om de twee uur en helpt enorm tegen blaren.
Een bosweg bracht mij bij Nålden waar ik boodschappen kon doen. Daarna wees een man me de weg omdat ik even van de route was afgedwaald. Na een half uur kwam ik hem weer tegen want hij woonde aan het bruggetje waar ik overheen moest.
Meteen daarna weer een ontmoeting met een man. Hij was hier omdat zijn dochter elk moment kon bevallen en ze op de andere kleine moesten passen. Zijn dagelijkse wandeling had hem al veel gesprekken opgeleverd. Het was een fijn gesprek en het doet me goed om zo mensen te ontmoeten. Misschien ook wel omdat ik daardoor steeds een bevestiging krijg dat ik prima contact kan maken.
Later kwam ik toen ik in de hitte, water stond te filteren een Zweedse fietsster tegen. Ook zij had het behoorlijk zwaar met de warmte. Daarna ben ik in de schaduw in mijn binnentent gaan liggen tegen de muggen en heb zo bijna twee uur lekker liggen lezen. Zo’n pauze zonder kriebelige beestjes is dan toch erg fijn.
Na nog een uurtje vond ik het wel welletjes, vooral omdat ik op een weiland stuitte waar enorme koeien liepen. Ik moest via een trappetje er dwars doorheen dus ben demonstratief voor het hek gaan staan, dat is voor morgen.
En dat was een goed idee want de volgende ochtend waren ze weg. Ze zijn nogal nieuwsgierig en komen graag even kijken. Het weiland was zowel wei als bos en denk ik wel een halve kilometer lang.
Nadat ik een aardige klim had gemaakt langs een mega manege, kwam ik een bankje tegen met een bordje waarop de bergen namen stonden die vanaf dat punt te zien waren. In de verte kon ik ook het gebied zien waar ik vorig jaar liep.
Via een pad omlaag stuitte ik op een klein watervalletje waar ik snel even wat water kon pakken. Snel in de zon van muggen ontwijken. Wat die nou zo interessant aan mijn tas vinden weet ik niet maar het is knap irritant. Soms kijk ik tijdens het lopen over mijn schouder en zie ik een heel volk achter me vliegen.
Ik was een uur te vroeg bij een winkeltje dus even lekker kunnen lezen, daar knapt een mens van op. Boven op de volgende berg lag een oudere man te luieren naast zijn huis. Hij riep meteen “vänta, vänta” (wacht) dus ik had nog een stop. Hij had een gastenboek en een hele stapel papieren en foto’s. Daar zaten we op een bankje in de warme zon en vertelde hij dat hij uit Finland kwam en aan de kampioenschappen sauna gedaan had, 110°c voor 12 minuten. En ik maar denken dat ik het heet had. Het was een 84 oude man met inspirerende verhalen waar hij zich aan vast leek te houden. Maar na een half uur begon ik het toch echt te heet te krijgen en schreef ik nog wat in zijn boek. Heerlijk.
Op de weg terug gekomen zat mijn dopje van mijn wandelstok die ik gebruik bij de hard weg aan het asfalt vast gesmolten, ja zo heet is het dus 😉 het zijn de voegstroken waarmee ze de gaten hebben gevuld, op de fiets hadden we er ook last van.
Ik heb mijn eerste dazenbeet nu ook, en jawel, door mijn shirt midden op mijn rug. Voordeel is dat ik nu niet kan krabben. De knutjes zijn er trouwens ook de laatste dagen bij gekomen. Na een oversteek over een riviertje vond ik verderop een plekje voor de tent. Mijn chocoladereep had de vorm van een banaan gekregen en ik lag in mijn eigen sauna bij te komen.
De volgende ochtend begon ik wat slaapdronken aan de wandeling. Na een uur had ik echt al een pauze nodig want er zat gewoon geen energie in mijn benen. Na een grote kop thee en een tweede ontbijt ging het al een stuk beter en een bosweggetje leidde mij langs het water.
In de verte zag ik nu de Rendierberg en Åreberg waartussen Åre zou moeten liggen. De besneeuwde toppen kwamen steeds een stukje dichterbij. Ik bedacht me ook dat het logisch is dat het de laatste dagen (ondanks de warmte) wat moeizamer gaat omdat het toch meer klimmen dan dalen is.
Voor een outdoor outlet koffie tot de winkel open hing. Nu ik er bijna ben is nog een setje kleding wel fijn. En als je dan toch moet shoppen, is dat fijn om hier te mogen doen. Na een korte broek en hemdje gevonden te hebben, vervolgde ik mijn tocht voor voedsel.
Ik schrik me elke keer een hoedje wanneer er nogal grijze zwarte lompe merel achtige vogels uit het gras schieten langs de weg. Het zijn jonkies en op een gegeven moment stond er eentje op de weg te tweeten. Hij had een erg kort staartje en nadat ik hem passeerde kwam hij me nog even achterna. Hij hopte alleen snel het gras weer in toen ik bukte.
Het was drukkend warm en er zou regen komen. En die kwam er. Ik had net het hele regenpak aan toen het losbarste. Gelukkig kon ik schuilen bij Hållandsgården (gården is tuin en de å spreek je uit als een o dus heel toepasselijk deze bui). Er was een hele grote groep kids die blijkbaar een soort kamp hadden vanuit de kerk. Alle spellen moesten gewoon doorgaan ondanks de bui en het was erg vermakelijk om te zien van onder het afdakje.
Ik kwam weer langs de rivier te lopen die waarschijnlijk ook door de heftige bui behoorlijk machtig was. Er volgde ook een stroomversnelling en eindigde bij een waterval. Zo eentje waarbij je kriebels in je maag krijgt door de kracht. Het regenpak kon weer uit en bij het cafeetje van een camping kon ik even bijkomen. De eigenaars waren Nederlanders.
Na een lang en warm stuk, vond ik een plekje. Het laatste nachtje in mijn vertrouwde tentje. Hij was nu meer geel dan groen maar hij doet nog steeds wat hij moet doen.
De laatste wandeldag kan ik het rustig aan doen. Rustig afbreken en nog even genieten van de natuur. Hier zijn meer wandelpaden omdat deze denk ik samen gaan met de sneeuwscooter wegen in de winter.
Op een bankje kon ik met een mooi uitzicht nog een kop koffie drinken. En soms lijkt het alsof ik vaak koffie drink, maar dit is voor mij een rustmomentje, een onderbreking van het wandelen. Misschien dat ik het daarom wel zoveel benoem.
Terug bij het water kreeg ik een compliment van een man dat ik goed Zweeds sprak. Dat was leuk om te horen. Hij had in Canada gewoond dus zijn Engels zou vast goed genoeg zijn maar we bleven lekker in het Zweeds praten. Dat ik hier maar even een grabbe aan de haak moest slaan.
Verderop was een tunneltje onder het spoor door en daar stond een shelter met banken. En belangrijker, het stond aan het water. Eindelijk kon ik het water in, mijn haren en kleding wassen en met een fris gevoel richting Åre. Dat gevoel was helaas na de volgende klim verdwenen maar het was zeker even fijn.
En met die klim schoot er iets niet goed in mijn voet. Ik had net die ochtend bedacht hoe blij ik was dat mijn voeten het zo goed hadden gedaan. Helaas, het was dezelfde blessure als tijdens de camino maar nu mijn andere fout. Misschien is het ook wel een soort onderliggende spanning voor de terugreis. Dan zijn de laatste 3 kilometers nog erg lang. Hopelijk heb ik er niet te lang op door gelopen en kan het snel herstellen.
In Åre heel lekker gegeten, boodschappen gedaan en nu zit ik aan een strandje met uitkijk op de witte toppen. Pas vanavond gaat mijn trein, eerst naar Sundsvall en dan als nachttrein door naar Stockholm waar ik om 6 uur aankom. En dan, dan zie ik Monique! Even Stockholm en omgeving verkennen en heerlijk bijpraten. Ik ben nu precies een maand op pad en het is best snel gegaan.
Voor de mensen die van cijfers houden:
28 wandeldagen
640 kilometer
79 km Arnäsleden
95 km Världsarvsleden
123 km Höga kustenleden
343 km St Olavsleden (13 dagen) tot Åre
31,5 km langste afstand.
12 tot 15 kilo bagage (afhankelijk van de afstand van een winkel).
Op de vroege ochtend probeert bij de zoveelste spoorwegovergang, een vosje achter mij langs te sluipen, helaas, betrapt. Snel neemt hij weer de benen.
Verderop kom ik langs een houtzagerij. Enorme apparaten, een heftruck die minstens 20 stammen verplaatst en een herrie. In het boek ‘De dochter van de houtzager’ lees je hoe dit rond 1900 ging in dit gebied. Enorme verschillen.
Een man die de post haalt, spreekt me aan in het Engels. Ja, hij kent Nederland wel. Met vrienden die ook in Zweden zijn komen jagen, is hij ook in ons land geweest. Op de Höge Veluw. Dat was toch wel iets anders jagen ja.
Bij een kapel tref ik een Zweedse pelgrim liggend op de picnic bank. Hij doet het allemaal lekker ‘lungt’. Toch tref ik hem bij het tankstation weer aan waar we inkopen moeten doen voor twee dagen. Ook op facebook zie ik later een comment verschijnen, zo leuk.
Weer een stempel gekregen bij het Naturum, netjes in het Zweeds gevraagd. Ook bij het woord ‘källa’ spring ik meteen de greppel in, een bron. Dat water gaat er nu wel in want net als in Nederland begint het hier aardig warm te worden.
Vandaag ook een stuk bos, fijn maar wel meer doorlopen. Achtervolgd worden door mijn lieve muggenvriendjes is iets minder. Ik tref een Nederlands echtpaar, soms duurt het toch wel een aantal zinnen voordat je doorhebt dat het Engels overbodig is. Ze zijn erg verbaasd over mijn rugzak inhoud. Ja. Het past er allemaal prima in.
Bij een zandafgraving plek vind ik een plekje voor mijn tent. Een beetje verscholen maar er is wind, zon en zand. De beste anti-muggen combinatie!
De volgende dag passeer ik de provinciegrens. Weer een stempel rijker. Nu moet ik zeggen dat de volgende provincie van mij wel iets meer bankjes neer mag zetten, opvallend dat ze opeens ontbreken. En misschien komt dit omdat het best een pittig stuk is.
Ik heb veel vlinders gezien, maar de laatste dagen zijn ze er in alle kleuren en maten. Heerlijk al dat gefladder.
Achter me hoor ik een fiets. Harry de Belgische wereldfietser stapt af. Op zijn oranje elektrische Santos fiets maakt hij even een rondje Zweden, Denemarken en weer naar huis. Flink bepakt volgt hij nu het Sint Olavspad tot aan Trondheim.
De laatste drie kilometer naar Bräcke duren lang. Het is heet, ik loop op asfalt en ik heb honger. Toch wordt ik door een langsrijdende pastoor welkom geheten in het plaatsje en is het inderdaad jammer dat er geen stempel meer is. Hij wordt steeds gejat. Dan is het eindelijk tijd voor pizza, ijs en bananen! Dat is het grote voordeel van dit soort reizen, je moet blijven eten.
Verderop vind ik een prachtig plekje aan het water. Na er eventjes te hebben gezeten, krijg ik bezoek van een motor die enorme herrie maakt. Hij vertrekt, maar ik blijf hem horen. Het mooie plekje voelt opeens minder oke. Misschien vreemd maar voor mij staat voorop dat een plek veilig moet voelen. Anders slaap ik niet en blijf ik alert. Nog een kilometer verder vindt ik een fijnere plek op een verlaten weggetje. Hier hoef ik alleen de dieren demoontjes buiten te sluiten. Vogels kunnen namelijk een behoorlijke herrie maken, beren en elanden nadoen en als hertjes door de bosjes vliegen. Oh en ik heb geleerd: open nooit een flesje met koolzuurhoudende drank in je tent 🤣 dat krijg je als je het normaal nooit drinkt.
De zondagochtend begint echt super stil. Mijn ochtend. Met de prachtige weilanden vol met paardenbloemen. Vogels die hun lied zingen. De Zweden die voor hun huis aan het ontbijt zitten. De wind die precies goed is en een heerlijke temperatuur. Alles is precies goed. Toch merk ik steeds vaker dat het ook maar is hoe je het bekijkt. Ik heb nu zoveel verschillende weersomstandigheden gehad in verschillende gebieden en aan alles zitten voor- en nadelen. Zelfs de muggen hebben voordelen, je voelt geen pijntjes meer en je gaat er sneller door lopen. Ik bedoel te zeggen dat het of nooit goed is of het gewoon is zoals het is en dat dat ook prima is.
Deze ochtend schoot voorbij. Waar ik dacht dat ik nog 20 kilometer te gaan had, bleek het opeens nog maar 10. Na een aardige boswandeling stond ik om 11 uur al op de camping. Begin ik netjes in het Zweeds met de vraag of ik alvast mijn tent op mag zetten, zijn de eigenaars Belgen. Weer geen Zweeds. Een dagje rust. Was doen, douchen, shoppen en een dip in het meer waar ik aan sta. Nog een week te gaan en ik ben nog lang niet uit gelopen.
De afgelopen drie dagen heb ik meer Zweeds gepraat dan de twee weken ervoor. Of in ieder geval: svengelska. Zo noemen ze de combinatie Zweeds en Engels (svenska + engelska).
De eerste dag kan ik de rivier volgen tot aan Selången. Een rustig weggetje wat je zo de stad uit leidt. Hier zijn de lupines al bijna volledig in bloei, het kleurt de bermen paars en roze. Bij de vogeluitkijk hoop ik de visarend te zien maar mag ik een dalende helikopter bewonderen. Bij de ruïne van het kerkje waar St. Olav aan zijn veroveringstocht begon, staat het pelgrimscentrum. Het was al 9 uur geweest maar ik zie niemand. Het is de Zweedse Nationale Dag maar ik heb niet gelezen dat hij later open zou gaan.
Ik ontmoet Vic. Een man uit Engeland met ook al aardig wat wandeltochten ervaring. Hij zal deze tocht tot aan Trondheim lopen. Om kwart voor 10 komt er toch een meneer. Ik kan de kaarten kopen van de route (het boekje zelf vond ik toch echt te zwaar). Ook krijg ik er een extra grote bak koffie bij en ik mag op de foto. Dit doen ze met alle vertrekkende pelgrims.
De tocht begint met vrij veel asfalt en gravel. Dat zal helaas zo blijven maar stiekem vind ik het ook wel even rustgevend. Het vergt toch veel concentratie als je bij elke pas moet letten op waar je stapt.
Bij Gisselåsen komt Vic net een huisje uit wat vol met vlaggetjes hangt en pelgrim-welkom bordjes heeft. Tommy woont daar met zijn vrouw en houdt alle statistieken bij. Zelf word ik pelgrim nummer 71 van dit jaar. Ook hier mag ik op de foto met de Nederlandse vlag. Deze wordt gezien de cijfers vaak gebruikt, we staan op de tweede plaats. Hij heeft al 51 vlaggen gespaard. Ik krijg een bak koffie, toast en wat tips en tricks. Enorm lief!
In de middag meer regen en mug. Het is allemaal oké. Bij de winkel in Matfors kom ik de Duitse man weer tegen die ik ook in het pelgrimscentrum zag. Zo kom je nu al bekende mensen tegen. Na de late lunch vind ik een paar kilometer na het plaatsje een plekje voor mijn tent. Een goede eerste dag.
De volgende ochtend loop ik verder en al snel passeer ik de schietvereniging. Dat verklaart een hoop. En ik maar denken dat ze die nationale dag aan het vieren waren. De weg blijft de rivier volgen en aan beide zijden wordt ik omringd met bergen. Bekleed met verschillende groene kleuren bomen.
Bij een badplaats koffie. Een mooie plek om even bij te komen. Bijna de hele dag volg ik dezelfde gravelweg. Halverwege kan ik nog een stempel scoren en ook bij de kerk van Stöde hangt een stempelkastje. Hier ook meteen even boodschappen doen. Lunch aan het water waar een school een sport van outdoor dag heeft. Al snel wordt ik uitgerookt en beladen met kids die emmertjes water moeten halen. Een wedstrijdje vuur maken, kanoën en kompaslezen.
Na een uur kom ik bij een hemgården (soort gemeenschappelijke tuin / huis van het dorp) waar ook een shelter staat. Ik weet mijn tent er nog net in te wurmen. Wel laat ik helaas een vrouw behoorlijk schrikken die daar even met haar hondje komt kijken. Ik zat iets te verstopt. Ze heeft haar tentje verderop gezet en is aan het proefkamperen met het hondje.
De volgende dag volgt toch een stukje bos. Het is nog rustig en ik kan lekker doorlopen. Na 12 km eindelijk koffie met een bulle bij de supermarkt. Ook wordt mijn waterfles gevuld en heb ik geleerd hoe ik dat kan vragen.
Onderweg kom ik veel ‘pelgrimsbankjes’ tegen, dat is toch wel een luxe. Soms staat er zelfs een wc naast. Bij Fränsta een lunch en stempel en langs het water door naar Vikbron, de langste houten brug in Zweden. Ik ben ze aan het sparen, die bruggen hier.
Verderop vind ik een shelter en een plek voor mijn tentje. Het is wel net naast een aardige waterversnelling dus hopelijk hoef ik er vannacht niet al te vaak uit. De dagen gaan weer ontzettend hard en ik geniet enorm van de rust. Ondanks dat deze route meer langs de weg gaat, meer auto’s en treinen hoor en ik vaker door dorpjes kom, heeft het ook een bepaalde rust. Ik kan ook makkelijk de dingen loslaten en zie wel wat er op mijn pad komt. Het is en blijft altijd een verrassing wanneer je een bocht om gaat of een heuvel over bent.
Net na het verzenden van mijn laatste blog ging de wind liggen en trok de bewolking weg. Ik heb dus niets te klagen! En ondanks dat de volgende dag regen bevatte, heb ik het erg goed getroffen. Het onderste gedeelte van de Höga kustenleden loopt meer door bosrijk gebied. En of dat er nu mee te maken had of met minder koude wind of de regen, hier waren al iets meer muggen. Niet heel fijn om met je waterfilterpomp boven een stroompje te hangen en aan alle kanten belaagd te worden. Je wordt wel flexibel, al dansend op je hurken zittend. Ach ja, dat wordt weer Djungelolja kopen.
Ik kwam niet zo lekker vooruit. Toen bedacht ik mij dat mijn tas misschien weleens uit balans zou kunnen zijn. De voedselvoorraad was geslonken en mijn tent achterop wel erg zwaar. Dus na een kleine aanpassing ging ik als een speer. Toch wel belangrijk, die tas indeling.
Door de regen was de berg na Lidebro behoorlijk pittig. Mossige stenen en boomwortels glibberen dan zo lekker onder je schoenen. Wel was het pad daarna erg mooi en heb ik nog wat grootse uitzichten aan mijn verzameling toe mogen voegen.
Omdat het niet heel koud was, is een regenjas best warm. Zelf maak ik er altijd een soort cape van. Capuchon op en de mouwen over je schouders getrokken en vast geknoopt. Dan worden je schouders en hoofd bedekt maar kan je wel je warmte kwijt. En nu ik met mijn rode regencape door de bossen loop, hoop ik die wolf toch niet tegen te komen.
Bij een shelter plek kon ik goed mijn tent opzetten en van de rust genieten. Nog maar 15 km te gaan. Ik ging daarom de volgende dag al vroeg op pad omdat ik mij niet wilde haasten voor de enige bus die op zondag zou passeren.
Op de Kulberget koffie in de shelter met een waanzinnig uitzicht. Al in de verte zag ik de Hornöbrug liggen, het eindpunt van de route.
Zelf moest ik ook een pittig hoog bruggetje over wat ik met veel wind toch niet echt voor mijn lol doe. Gelukkig is maar één auto me gepasseerd waardoor ik bijna midden op de weg kon lopen.
De kilometers gaan iets te snel vandaag voor de verandering en bij het haventje van Hornön dronk ik mijn laatste koffiezakje op. Wonderlijk, want ik heb ze niet uitgeteld.
De grote brug onderdoor en bij het eind in het luxe hotel/restaurant koffie en gebak. Met een geweldig uitzicht op de langste hangbrug van Zweden! Daarna had ik veel tijd over en kon ik nog even in mijn boek duiken.
De bus naar Härnosand reed lekker door en in een mum stond ik in het stadje. Na zo’n tijd in de natuur is het allemaal heel groots en imponerend. Zowel positief als negatief. Het hostel was dichtbij het station en een prima plaats om alles weer schoon te maken. Was, afwas en mezelf. Dan kan ik een douche toch wel weer waarderen.
Omdat Monique 19 juni in Stockholm aankomt, leek het ons leuk om de stad samen te ontdekken. Ik heb Millenium 4, 5 en 6 uitgelezen en laten ze in de Zweedse crimes nu alle Stockholmse straatjes benoemen, ik ben benieuwd of ik ze ga herkennen. Als ik eerder naar huis zou komen, kom ik net aan als zij vertrekt. Dat is niet leuk. En ik ben hier nog lang niet uitgekeken! In juli zit ik de hele maand achter de computer voor een toelatingstest voor Codam (programeer opleiding) dus alle tijd die ik nog buiten door kan brengen pak ik met beide handen aan.
De komende twee weken ben ik op de St Olavsleden te vinden. Een route door dorpjes, geschiedenis en cultuur. Tijd ook om wat Zweeds te gaan praten. Net als de camino stempeltjes verzamelen en iets meer onder de mensen te zijn. Vandaag ben ik in Sundsvall gearriveerd om inkopen te doen. Ik heb de gaten in mijn sokken (ik heb er de camino ook op gelopen…), een nieuw gasflesje en anti-muggenspul. Tijd om alles een beetje te laten bezinken en me klaar te maken voor een nieuw avontuur!
Zo leuk om al jullie reacties te lezen, dat doet me erg goed. Dankjulliewel!
En de wandeling over de Världsarvsleden gaat verder. Met mijn ondertussen groen gespikkelde tent (stuifmeel van de bomen wat niet nat moet worden, dan wordt het wel een erg mooie groene drap), volg ik de gele stippen. De mieren zijn alweer druk bezig dit jaar. Je ziet de mierenhopen groeien en er worden enorme snelwegen aangelegd met druk verkeer. Grote en kleine rode mieren, enorme, grote en kleine zwarte mieren, het stormt maar door. Zelfs een grote rode die een kleine zwarte als een teddybeer met zich mee sjouwt.
Bij een meertje vindt ik eindelijk een plekje uit de wind. Heel luxe met kleedhokjes, telefoon opladers in kluisjes, wc’s en bankjes. Heerlijk zo ontbijten.
Er volgt een aardige berg met een iets minder aardige klim. De hut die van onderen al te zien was, is fantastisch. Een groot raam met een mooi uitzicht. Ik wilde het eigenlijk rustig aan doen en daar overnachten, maar de rukwinden zijn zo heftig dat het hutje schut, piept en kraakt. Zelfs de schoorsteen fluit af en toe. Geen plek om rustig te overnachten dus.
Een rustige afdaling omlaag en een fijne wandeling langs het water. De bevers zijn hier aardig te keer gegaan en hebben hun sporen achtergelaten. Sommige bomen zijn nu net kunstwerkjes op zich.
Bij een strandje op een grote parkeerplaats vind ik een plekje voor mijn tent. Ik hoopte uit de wind maar deze lijkt soms wel van alle kanten te komen. Gelukkig trekt mijn tent het.
De volgende dag is het koud, warm, koud warm… schaduw en wind is ijzig, zon en luwte is heet. Voor mij geen wisselbaden meer.
Bij Bönhamn was een groot luxe toilet waar ik even mijn haren heb kunnen wassen, dat is toch wel zo fijn. Een koude dip is prima, maar een koude kop is wel wat anders. Alle horeca is nog steeds dicht, het is gewoon nog niet het seizoen. Ik vind het best, dan kan ik op de mooiste plekjes genieten van een lekker bakkie.
Nordingrå natuurreservaat is weer een pareltje. Ik heb nog nooit zo’n lange strandwandeling gemaakt zonder zand. Het bestond uit vele platte rotsen die zich over de gehele kust uitstrekken. Wel wat het goed zoeken naar de momenteel blauwe markeringen die veelal op de stenen zelf waren aangebracht en een beetje waren vervaagt.
Ik kwam een man op de fiets tegen die zei dat het wandelseizoen weer begon maar dat het vanmorgen nog maar 2 graden was. Dat verklaart een hoop.
Uiteindelijk vind ik een verscholen plek waar ik in alle rust nog even van mijn boek kan genieten.
Ook de volgende ochtend begint het koud. Ik had om half 1 die nacht naar de koolmees liggen luisteren die om 5 uur nog zijn stem niet kwijt was. Het wordt niet echt meer donker momenteel, dat is wel raar maar niet echt vervelend. Ik kruip gewoon nog wat dieper in mijn slaapzak.
Vandaag heb ik helaas veel op de weg gelopen. Vanaf Häggvik ben ik van de route afgeweken richting de supermarkt. Dit ging langs een E-weg en dat is toch wel even pittig. Toch was er gelukkig niet veel verkeer.
Bij de supermarkt kreeg ik van een oudere dame te horen dat ik ‘duktig’ ben, moedig. Dat was leuk om te horen. Met mijn weer volle rugzak voor de komende drie dagen ga ik weer verder op de Höga Kustenleden. Hiervan heb ik maar 6 km gemist, van de Världsarvsleden heb ik ook de laatste 6 geskipt.
Het is ook rustig op deze trail. Ik kom op het eind een Duitse vrouw tegen die me verteld dat ik de eerste ben die ze tegenkomt na twee dagen. Het is leuk om even ervaringen te delen. Door haar waag ik me toch weer op een berg voor een shelter. Heerlijk uit de wind en af en toe in de hete zon. Een pracht uitzicht ook. Aan de achterkant ontdek ik een kleine ruimte, perfect slaapplaats voor mij vannacht.
Nog maar twee dagen op de Höga Kustenleden. Het zal wel even wennen worden als ik weer in de stad kom. Tot de volgende blog!
Weer drie mooie dagen gehad. Wakker worden naast het meer waar de damp overheen zweefde. De imposante Skulleberg die steeds hoger boven me uitreikte. Ik had geen zin om hier mijn knieën mee over te belasten. Dus de berg van onderaf met bewondering bekeken. Van de andere kant leek de berg toch een stuk minder hoog, ik hou hem te goed.
Langs Dockstra, een leuk havenplaatsje met mooie boothuisjes. En een tankstation met verse koffie. En een supermarkt met chocolade. En een mevrouw die meteen Engels tegen me begon te praten, toen ik vroeg hoe ze zag dat ik geen Zweedse was, antwoordde ze dat ze dat aan mijn bepakking zag. Dus dat Zweeds praten, dat vordert nog niet echt. Ik moet ook zeggen dat ik het dialect hier lastig te verstaan vind.
Een lange tocht volgt met de eerste echte regenbui. Gelukkig kon ik bij een schuurtje meteen schuilen. Het groen schiet nu overal omhoog. De varens rollen zich uit. Er verschijnen steeds meer paardenbloemen, viooltjes, witte, paarse en roze bloemetjes en de lupinen beginnen zich te ontwikkelen.
Ook bij Ullånger nog even de laatste boodschapjes kunnen doen en toen door de berg op naar de Erikskojanstuga. Het was even zoeken maar het was een schattig huisje met twee bedjes. De Duitse jonge jongen van dag één kwam niet veel later. Ik had hem al verwacht omdat ik hem al twee maal die dag gezien had. Later kwam er ook nog een Nederlandse man. Van de Bever in Eindhoven. Hij mocht er nog wel bij op de grond tussen ons in. Het was een gezellige avond met een kacheltje aan.
De volgende dag kwam na drie kilometer al de splitsing richting de Världsarvsleden waar ik mijn weg zou vervolgen. Ik moet zeggen dat ik me een beetje verloren voelde. Je krijgt toch een band met een trail, je voelt je er veilig en je herkent niet alleen de markeringen maar ook hoe deze gezet zijn. Deze nieuwe trail had gele stippen ipv oranje en liep in het begin vooral over de weg. Gelukkig wel veel gravel en bospaadjes.
Je hebt altijd wel even een dip momentje en ik voelde me moe en emotioneel. Ook bleken de hormonen op te spelen, maar goed, je gaat door. De hele tijd heb ik de zin in mijn hoofd: “Aan alles komt een eind en als je bij het eind bent, begint er weer een nieuw begin”.
De wind was fris aan de noordkant van het schiereiland en ik liep door tot een strandje dat er verlaten bij lag. Zo goed als het ging mijn tent een beetje uit de wind gezet. Toch even een dip, de eerste in zee. Toch vergeet ik steeds dat het de zee is omdat je altijd wel lange eilanden ziet liggen. Ook heb ik nog niet eerder zwanen in de zee zien zwemmen.
De volgende dag had ik het koud en wilde ik eigenlijk een stukje afsnijden om minder last van de wind te hebben. Toch had ik het na 10 minuten alweer warm en ging het lopen goed. En ik ben echt super blij dat ik niet heb afgesneden, het Norrfällsvikens natuurreservaat was prachtig. Weer veel keien, ze noemen het hier ‘klapper’. Er ligt vaak een knal lichte groene moslaag op. Ze zijn de ijsschotsen de afgelopen 4000 jaar steeds verder het land opgedrukt. Bij de kloof van de vorige blog lagen ze ook en dat was onvoorstelbaar hoog.
Ik heb al vijf hazelwormen op de teller. Toch schrik ik wel elke keer want ze willen toch altijd net gaan liggen waar ik mijn voet neer wil gaan zetten. Ook heb ik een eland gezien, of naja, zijn buik en vier grote poten net voor hij de bosjes in verdween. Nu je zo’n 90% van de tijd moet kijken waar je je voeten zet, zie je soms wel wat over het hoofd helaas.
Na het bijna verlaten normaal zo toeristische vissersdorpje Norrfällsviken liep ik lekker verder tot er een afdaling kwam waar ik u tegen zou zeggen en vervolgens een klim waar ik misschien wel dubbel u tegen zeg. Met handen en voeten klauteren, langs een touw je omhoog sjorren, het was weer een hele overwinning.
Bij Mjällom was een supermarktjes en daarbij een cafeetje. Even bijkomen! Ze zaten daar echt op zijn Zweeds te fikaen. Een supermarkt is altijd fijn om naar uit te kijken maar daarna vervloek ik het wel eens. Met al snel vijf extra kilo de berg op. Gelukkig was er een alternatief waarbij je niet over de top hoefde maar alsnog vond ik het behoorlijk pittig. Het is wel heel stil op deze route, tot nu toe nog geen enkele wandelaar gezien, momenteel vindt ik dat ook niet zo erg, dat komt straks wel weer als ik terug ben op de Höga Kustenleden.
Uiteindelijk een plekje voor de tent gevonden. Geen spectaculaire plek, wel uit de wind en met een bankje. Mijn mobiel staat onderweg uit dus foto’s maak ik alleen in de avond, dus je zal het met mijn woorden moeten doen 😉
In het cafeetje zag ik een spreuk staan waar ik graag mee wil afsluiten:
“Kan man vara glad åt lite, har man mycket att vara glad åt”
Of te wel:
Kan men blij zijn met weinig, dan heeft men veel om blij over te zijn”
Zo, de Arnäsleden zit er bijna op. Drie prachtige dagen en nog een stukje te gaan.
Zondag vertrok ik vroeg, ik had een weggetje gevonden dat schuin naar de trail liep. Toch had ik na al die jaren Zweeds even over het hoofd gezien dat Höglandeberget zowel het woord hög (hoog) als berget (de berg) bevat, dus ja, ik mocht meteen aan de bak. De pijn die ik tot de dag voor vertrek in mijn knie had gehad, was geheel verdwenen, toch spanning waarschijnlijk. Ook de vermoeidheid door een weekje griep was weg. Wat kunnen twee echte rustdagen in bus en trein dan goed doen. Het is een rare gewaarwording hier. Alles lijkt ontzettend droog en knippert onder je voeten. De zon schijnt de hele dag op je kop en het zweet loopt over je rug. En dan ineens stuit je weer op een homp sneeuw waar je doorheen moet en besef je dat het niet droog is maar juist heel nat. Over dat de trail aardig begroeid is, dat kan ik echt beamen. Af en toe is het echt dat je je door boompjes moet worstelen of je onder doorgezakte bomen mag manoeuvreren. Helaas veroorzaken mijn andere zooltjes blaren, die ik al in geen tijden meer gehad heb. Mijn beide kleine tenen zijn nu tweemaal zo groot. Flink afplakken dus. De eerste dag eindig ik bij een schattige stuga. Ik had er zo in kunnen wonen. Alles erop en eraan. Aan het eind van de dag kwam een echtpaar even checken of het hout al droog was wat ze eerder hadden gekloofd. Verder is het stil. Heel stil. Volgens het gastenboek was de laatste bezoeker twee weken geleden, die daarvoor in 2022.
Dag twee begint vroeg. Al rond drie uur begint het licht te worden en om vijf uur vind ik het wel welletjes. Dit stuk van de trail is iets pittiger. Veel begroeiing, rotsen en waterige paden. Want ja, sneeuw dat smelt geeft water, en water op het pad geeft soms moeras en soms een modderpoel. Ook kom ik langs de Räckebergsgrottan, een 34 meter lange en 7,5 meter hoge tunnelgrot. Wat een reusachtig ding. Leuk ook dat hij op een berg staat en je er eerst nog even naar toe mag klimmen.
Ik heb nog een functie gevonden van wandelstokken. Naast ondersteuning, balans, controleur voor droge voeten, bomen & struiken aan de kant duwen, tentpaal, wasrek, helpen ze ook om slangen vroegtijdig te spotten. Waarschijnlijk ben ik onderweg op een adder gestuit. Gelukkig was hij al gewaarschuwd door mijn stok. Ik stuitte op een shelter met twee brede banken en een tafeltje. Prima plek om te overnachten. Wel wat lastig om water te pakken onderaan het meer maar goed, met wat acrobatische trucjes kom je een heel eind. Om acht uur kwamen de eerste muggen even kijken maar ik had mijn tent als klamboe omgedoopt. Zo fijn dat er verder gewoon nergens muggen zijn.
Dag drie, oef wat begin ik weer stijf. Gelukkig wordt mijn rugzak steeds wat lichter, lekker dooreten dus. Na de eerste kilometers rustig te hebben afgelegd stuit ik op een berenspoor. Het is leuk om dieren tegen te komen maar deze sla ik liever even over. Ik ben er meteen een toontje hoger van gaan zingen. Geen verrassingsmenu voor meneer beer vandaag. Op een gegeven moment is het pad zo ontoegankelijk dat ik me er niet meer met mijn stokken door heen kan worstelen, ik kies om even de weg te volgen. Je merkt dat sommige stukken van het pad beter bijgehouden zijn dan andere. Ook door de winter liggen veel paaltjes omver. Ik ben blij dat ik hier niet over een maand loop, want dan zal alles nog veel groener zijn. Ik word nog verwelkomd door een zwarte specht. Hij heeft echt een knalrode kuif. Op het eind heeft de route een omweg. Ik volg netjes de paaltjes maar al gauw raak ik wel een beetje mijn oriëntatie kwijt omdat ik toch wel erg graag bij het beekje was uitgekomen. Achteraf zag ik op de kaart dat hij nu om het dorpje heen wordt geleid. Geluk of ongeluk? Ik kom een vrouw met hond tegen en vraag of er nog een riviertje komt. Helaas niet. Maar ze loopt wel even met me mee, dan kan ik bij haar water krijgen. Supers! Ze vertelt dat ze vorig jaar een beer heeft gezien, de eerste sinds de 20 jaar dat ze hier woont. Geruststellend dus. Volgeladen loop ik nog een laatste berg op. Er is een shelter maar niet bedoeld om in te slapen. Ik kijk straks nog wel even of ik een beter tent plekje vindt en anders gaat de tent gewoon in de shelter. Ik heb wel een grandioos uitzicht!
Morgen mag ik nog 10 kilometer van de Arnäsleden lopen en dan keer ik terug naar Örnsköldsvik. Ik heb er maar hetzelfde hostel geboekt omdat ik anders te veel kilometers moet maken om de stad uit te komen. Ook zijn mijn voeten daar wel aan toe. Tot de volgende blog, dan vanaf de Höga Kustenleden!
(ik heb een selfie maar even achterwege gelaten omdat ik een aardig rode kop heb gekregen…ja, ik was de zonnebrandcrème vergeten 🤭)
In alle vroegte zit ik nog even voor mijn wandelreis gaat beginnen. De vogels buiten fluiten hun lied en de zon schijnt al fel ondanks dat het nog maar half zes is. De afgelopen twee dagen heb ik al reizend doorgebracht. Het oorspronkelijke plan was gecancelled door mogelijke trein stakingen en andere onvoorziene omstandigheden.
Nu ik de flixbus best rustig reizen vindt, ben ik hiermee naar Hamburg gereden. Vanaf daar ging er een volgende bus direct door naar Stockholm. Een rustige bus gelukkig waar ik twee plaatsen voor mezelf had en de nacht nog een beetje horizontaal kon doorbrengen.
Een verrassing was de ferry tocht van Duitsland naar Denemarken. Drie kwartier even de benen strekken en uitwaaien op het dek. In Stockholm traditioneel vieren dat ik in Zweden ben met een fika, koffie en een bulle. Ik probeerde on het Zweeds te bestellen, dat ging nog wel, maar toen begon ze terug te praten… maar het Engels verstond ik net zo min dus het zal de vermoeidheid wel zijn geweest. De reis noordwaarts ging verder met de trein. Op Sundsvall moest ik nog overstappen maar ook dat ging soepel. En door naar het eindpunt, Örnsköldsvik. Een rustig stadje voor de zaterdagavond. Het was vrij warm en een t shirt was genoeg. Toch had ik langs het spoor nog sneeuwresten zien liggen. Ik had een vandrarhem (hostel) geboekt om even goed bij te slapen. Volgens bij ben ik de enige hier want ik heb nog niemand gezien.
De komende dagen zal ik me op de Arnäsleden bevinden om eerst even landen. Tot snel!
Ons laatste dagje Mora. Na twee dagen bijkomen met nog wat mooie wandelingen zitten we nu aan de fika en blikken nog een keer terug op de laatste week. Wat is er veel gebeurt en wat hebben we leuke ontmoetingen gehad. Met uitzondering van de beruchte elandvlieg, waarbij het even duurden voor we deze herkenden. Van die gekke kriebelige beestjes die zich in je haar en kleding verstoppen.
De kleine stuga waar we in verbleven was weer heerlijk Zweeds, een echt kabouterhuisje, perfect voor Monique, iets minder perfect voor mijn hoofd. De deurpost was toch net iets te laag.
Op de Gesundaberget (bij Gesunda waar we verbleven) heb ik nog even een mooi plaatje geschoten van de Siljan, het zes na grootste meer van Zweden. Wat een uitzicht!
We vertrekken vanavond naar Stockholm om daar de nachttrein naar Malmö te nemen. Daar slapen we een nachtje bij en dan vertrekken wij met de flixbus de volgende nacht naar Nederland.
Bedankt voor het meereizen! Op de pagina van de Södra kungsleden heb ik onderaan nog een review van de drie routes geschreven voor de geïnteresseerde.
Liefs Merel
Rust
Op dit moment zit ik op een bank te kijken hoe Merel als een berggeit omhoog klimt. Onze laatste dagen in de buurt van Mora. Wat was ik blij dat ik na een enorme lange reis vanuit Docksta in Mora aankwam en Merel zag staan.
Tijd om terug te kijken naar mijn dagen in het noorden van Zweden. Eigenlijk wordt het noorden van Zweden in tweeën gedeeld Laponia en noord Zweden. Boven en onder de poolcirkel. De natuur boven de poolcirkel met name rond Kiruna is echt bergachtig en wat kaal. Zak je iets meer naar beneden richting Jokkmokk, strekt zich de natuur uit in eindeloze bossen meertjes en flinke heuvels wat je net geen bergen mag noemen. Je verwacht niet dat er mensen wonen. Ik vond daar in die bossen een klein dorpje met acht huizen en een airb&b. Zou ik daar kunnen komen met het openbaar vervoer? Ik had al contact met de eigenaren gehad zij wilden me wel ophalen bij een station 15 km van hun boerderij vandaan.
Na wat gepuzzel lukte het me om een trein naar Jorn te boeken waar ik precies op tijd opgehaald werd door Ralf om door te rijden naar Petikstras. Mijn mond viel open. Wat een natuurschoon, bossen met doorkijkjes, meertjes en uiteindelijk een groot meer en in die 15 min durende autorit geen enkele andere weggebruiker. De weg was een landweggetje van grind. Immers je ziet alleen gedurende zomer, die kort duurt, de echte weg. De overige tijd van het jaar ligt er sneeuw, echt sneeuw 3 tot 4 meter.
En daar lag de boerderij aan een meer zo idyllisch. Ik had het gevoel dat ik in het paradijs van Zweden aangekomen was. En dan de host Matilda en Ralf, wat een lieve open mensen, niets was hun te veel. Ik werd volledig in de watten gelegd, van een Zweeds ontbijt tot een fika op het meer. En als klap op de vuurpijl een Sri Lankaans diner. Je kunt er eindeloos wandelen en je moet oppassen om niet te verdwalen. Het jachtseizoen was geopend waardoor ik echt gevaar liep volgens Ralf. Hij nam me daarom ’s middags mee op zijn squat. In het begin was ik een beetje bang, hup recht de berg op, dat ben ik niet gewend maar al gauw voelde het vertrouwd. Wat kun je in een paar dagen van een plek met zijn bewoners gaan houden. Jammer dat ik afscheid moest nemen maar ik kom hier zeker terug.
Op, alweer naar de volgende stop. Docksta, een plaats aan de Baltische zee, bekend om de Höge Kusten een natuur reservaat. Ik had daar een boothuis geboekt. Vol spanning stapte ik de bus uit, stralend weer en een prachtige kustlijn. Ook hier werd ik heel hartelijk ontvangen en wat hebben ze de oude Noord Zweedse boothuizen prachtig gerestaureerd. Kon wel merken dat het seizoen voorbij is. Anders zal het daar wel aardig vollopen met toeristen.
Na een nacht met maneschijn op het water, ben ik de volgende dag eerst gaan informeren of ik wel in Mora zou kunnen komen.
Dat was nog niet makkelijk. De busdiensten op zaterdag zijn onlangs geschrapt en laat ik nu net gedacht hebben om op zaterdag naar Mora te gaan, mooi niet dus. Dat werd op vrijdag een nachttrein dus ‘ s avonds om 11 uur de bus. Daardoor wilde ik mijn dag goed besteden en heb ik een mooie wandeling de berg op gemaakt waar ik een rusthut vond, volledig aangekleed met zagen, bijlen, boeken verrekijker. Ongelofelijk dat dit zo blijft liggen en dat niemand dat vernield of meeneemt. Lekker moe kwam ik weer in het boothuis met het idee dat ik dan lekker zou kunnen slapen in de trein.
Helaas pakte dat anders uit. Mijn trein die om 2 uur ’s nachts zou vertrekken, vertrok niet. Daar zit je dan op een vrijwel verlaten station tussen de vrouwen die daar de nacht doorbrengen. Met verbazing luisterde ik naar de snurkgeluiden, ik voelde me niet zo comfotabel om te kunnen slapen. Uiteindelijk kwam er rond 4 uur een trein waar ik in kon stappen en waar ik wel 2 uur in heb kunnen slapen. Jullie zullen begrijpen dat mijn vreugde om Merel weer te zien in Mora groot was en nog steeds is. Mijn reis alleen was goed, ik maakte daardoor andere dingen mee. Wat ik dan wel mis is het kunnen delen van de moeilijke momenten, de leuke momenten, de mooie momenten. En bovenal het samen kunnen lachen, we zijn dat nu aan het inhalen. Wat hebben we veel beleeft, ieder op onze eigen manier en wat komt dat weer mooi bij elkaar. Ik ben dankbaar voor en over onze vriendschap.