Weer drie mooie dagen gehad. Wakker worden naast het meer waar de damp overheen zweefde. De imposante Skulleberg die steeds hoger boven me uitreikte. Ik had geen zin om hier mijn knieën mee over te belasten. Dus de berg van onderaf met bewondering bekeken. Van de andere kant leek de berg toch een stuk minder hoog, ik hou hem te goed.
Langs Dockstra, een leuk havenplaatsje met mooie boothuisjes. En een tankstation met verse koffie. En een supermarkt met chocolade. En een mevrouw die meteen Engels tegen me begon te praten, toen ik vroeg hoe ze zag dat ik geen Zweedse was, antwoordde ze dat ze dat aan mijn bepakking zag. Dus dat Zweeds praten, dat vordert nog niet echt. Ik moet ook zeggen dat ik het dialect hier lastig te verstaan vind.
Een lange tocht volgt met de eerste echte regenbui. Gelukkig kon ik bij een schuurtje meteen schuilen. Het groen schiet nu overal omhoog. De varens rollen zich uit. Er verschijnen steeds meer paardenbloemen, viooltjes, witte, paarse en roze bloemetjes en de lupinen beginnen zich te ontwikkelen.
Ook bij Ullånger nog even de laatste boodschapjes kunnen doen en toen door de berg op naar de Erikskojanstuga. Het was even zoeken maar het was een schattig huisje met twee bedjes. De Duitse jonge jongen van dag één kwam niet veel later. Ik had hem al verwacht omdat ik hem al twee maal die dag gezien had. Later kwam er ook nog een Nederlandse man. Van de Bever in Eindhoven. Hij mocht er nog wel bij op de grond tussen ons in. Het was een gezellige avond met een kacheltje aan.
De volgende dag kwam na drie kilometer al de splitsing richting de Världsarvsleden waar ik mijn weg zou vervolgen. Ik moet zeggen dat ik me een beetje verloren voelde. Je krijgt toch een band met een trail, je voelt je er veilig en je herkent niet alleen de markeringen maar ook hoe deze gezet zijn. Deze nieuwe trail had gele stippen ipv oranje en liep in het begin vooral over de weg. Gelukkig wel veel gravel en bospaadjes.
Je hebt altijd wel even een dip momentje en ik voelde me moe en emotioneel. Ook bleken de hormonen op te spelen, maar goed, je gaat door. De hele tijd heb ik de zin in mijn hoofd: “Aan alles komt een eind en als je bij het eind bent, begint er weer een nieuw begin”.
De wind was fris aan de noordkant van het schiereiland en ik liep door tot een strandje dat er verlaten bij lag. Zo goed als het ging mijn tent een beetje uit de wind gezet. Toch even een dip, de eerste in zee. Toch vergeet ik steeds dat het de zee is omdat je altijd wel lange eilanden ziet liggen. Ook heb ik nog niet eerder zwanen in de zee zien zwemmen.
De volgende dag had ik het koud en wilde ik eigenlijk een stukje afsnijden om minder last van de wind te hebben. Toch had ik het na 10 minuten alweer warm en ging het lopen goed. En ik ben echt super blij dat ik niet heb afgesneden, het Norrfällsvikens natuurreservaat was prachtig. Weer veel keien, ze noemen het hier ‘klapper’. Er ligt vaak een knal lichte groene moslaag op. Ze zijn de ijsschotsen de afgelopen 4000 jaar steeds verder het land opgedrukt. Bij de kloof van de vorige blog lagen ze ook en dat was onvoorstelbaar hoog.
Ik heb al vijf hazelwormen op de teller. Toch schrik ik wel elke keer want ze willen toch altijd net gaan liggen waar ik mijn voet neer wil gaan zetten. Ook heb ik een eland gezien, of naja, zijn buik en vier grote poten net voor hij de bosjes in verdween. Nu je zo’n 90% van de tijd moet kijken waar je je voeten zet, zie je soms wel wat over het hoofd helaas.
Na het bijna verlaten normaal zo toeristische vissersdorpje Norrfällsviken liep ik lekker verder tot er een afdaling kwam waar ik u tegen zou zeggen en vervolgens een klim waar ik misschien wel dubbel u tegen zeg. Met handen en voeten klauteren, langs een touw je omhoog sjorren, het was weer een hele overwinning.
Bij Mjällom was een supermarktjes en daarbij een cafeetje. Even bijkomen! Ze zaten daar echt op zijn Zweeds te fikaen. Een supermarkt is altijd fijn om naar uit te kijken maar daarna vervloek ik het wel eens. Met al snel vijf extra kilo de berg op. Gelukkig was er een alternatief waarbij je niet over de top hoefde maar alsnog vond ik het behoorlijk pittig. Het is wel heel stil op deze route, tot nu toe nog geen enkele wandelaar gezien, momenteel vindt ik dat ook niet zo erg, dat komt straks wel weer als ik terug ben op de Höga Kustenleden.
Uiteindelijk een plekje voor de tent gevonden. Geen spectaculaire plek, wel uit de wind en met een bankje. Mijn mobiel staat onderweg uit dus foto’s maak ik alleen in de avond, dus je zal het met mijn woorden moeten doen 😉
In het cafeetje zag ik een spreuk staan waar ik graag mee wil afsluiten:
“Kan man vara glad åt lite, har man mycket att vara glad åt”
Of te wel:
Kan men blij zijn met weinig, dan heeft men veel om blij over te zijn”
Liefs Merel
Wat een mooi blog heb je geschreven. Eerlijk oprecht en inspirerend.
Totaal anders dan vorig jaar, toen waren het de bessen nu het jonge groen. Wat ga je Zweden op deze manier goed leren kennen.
Kijk uit naar de volgende etappe
Liefs Monique
Hi Merel,
Je verslag is heel leuk om te lezen en daardoor ben je niet alleen op pad! Het is toch heel bijzonder dat je dat met ons deelt. Je bent een taaie! Hou het vol, we genieten mee🤗
Ad en Eugenie
Wat lief, dankjulliewel 😊
Wat weer lekker om te lezen wat je allemaal mee maakt. Succes
Dankjewel!
O o o wat is het daar toch mooi. Lagom! Groet, Jeroen
Weer mooi geschreven. Enne wat is het toch een prachtig land. Liefs, Lex.