De rode mieren sliepen gelukkig nog toen ik mijn tent uit kroop. Die beestjes zijn echt overal. Eerst een opfrisbeurt bij het meertje, ik ben echt zo blij met mijn washandje, gemaakt van een stukje oude outdoorhanddoek.
Bij het eerste kerkje gezocht naar een stempelkastje maar na een rondje om vond ik het wel mooi geweest. Wel een bankje om mijn sokken te wisselen. Dit doe ik om de twee uur en helpt enorm tegen blaren.
Een bosweg bracht mij bij Nålden waar ik boodschappen kon doen. Daarna wees een man me de weg omdat ik even van de route was afgedwaald. Na een half uur kwam ik hem weer tegen want hij woonde aan het bruggetje waar ik overheen moest.
Meteen daarna weer een ontmoeting met een man. Hij was hier omdat zijn dochter elk moment kon bevallen en ze op de andere kleine moesten passen. Zijn dagelijkse wandeling had hem al veel gesprekken opgeleverd. Het was een fijn gesprek en het doet me goed om zo mensen te ontmoeten. Misschien ook wel omdat ik daardoor steeds een bevestiging krijg dat ik prima contact kan maken.
Later kwam ik toen ik in de hitte, water stond te filteren een Zweedse fietsster tegen. Ook zij had het behoorlijk zwaar met de warmte. Daarna ben ik in de schaduw in mijn binnentent gaan liggen tegen de muggen en heb zo bijna twee uur lekker liggen lezen. Zo’n pauze zonder kriebelige beestjes is dan toch erg fijn.
Na nog een uurtje vond ik het wel welletjes, vooral omdat ik op een weiland stuitte waar enorme koeien liepen. Ik moest via een trappetje er dwars doorheen dus ben demonstratief voor het hek gaan staan, dat is voor morgen.
En dat was een goed idee want de volgende ochtend waren ze weg. Ze zijn nogal nieuwsgierig en komen graag even kijken. Het weiland was zowel wei als bos en denk ik wel een halve kilometer lang.
Nadat ik een aardige klim had gemaakt langs een mega manege, kwam ik een bankje tegen met een bordje waarop de bergen namen stonden die vanaf dat punt te zien waren. In de verte kon ik ook het gebied zien waar ik vorig jaar liep.
Via een pad omlaag stuitte ik op een klein watervalletje waar ik snel even wat water kon pakken. Snel in de zon van muggen ontwijken. Wat die nou zo interessant aan mijn tas vinden weet ik niet maar het is knap irritant. Soms kijk ik tijdens het lopen over mijn schouder en zie ik een heel volk achter me vliegen.
Ik was een uur te vroeg bij een winkeltje dus even lekker kunnen lezen, daar knapt een mens van op. Boven op de volgende berg lag een oudere man te luieren naast zijn huis. Hij riep meteen “vänta, vänta” (wacht) dus ik had nog een stop. Hij had een gastenboek en een hele stapel papieren en foto’s. Daar zaten we op een bankje in de warme zon en vertelde hij dat hij uit Finland kwam en aan de kampioenschappen sauna gedaan had, 110°c voor 12 minuten. En ik maar denken dat ik het heet had. Het was een 84 oude man met inspirerende verhalen waar hij zich aan vast leek te houden. Maar na een half uur begon ik het toch echt te heet te krijgen en schreef ik nog wat in zijn boek. Heerlijk.
Op de weg terug gekomen zat mijn dopje van mijn wandelstok die ik gebruik bij de hard weg aan het asfalt vast gesmolten, ja zo heet is het dus 😉 het zijn de voegstroken waarmee ze de gaten hebben gevuld, op de fiets hadden we er ook last van.
Ik heb mijn eerste dazenbeet nu ook, en jawel, door mijn shirt midden op mijn rug. Voordeel is dat ik nu niet kan krabben. De knutjes zijn er trouwens ook de laatste dagen bij gekomen. Na een oversteek over een riviertje vond ik verderop een plekje voor de tent. Mijn chocoladereep had de vorm van een banaan gekregen en ik lag in mijn eigen sauna bij te komen.
De volgende ochtend begon ik wat slaapdronken aan de wandeling. Na een uur had ik echt al een pauze nodig want er zat gewoon geen energie in mijn benen. Na een grote kop thee en een tweede ontbijt ging het al een stuk beter en een bosweggetje leidde mij langs het water.
In de verte zag ik nu de Rendierberg en Åreberg waartussen Åre zou moeten liggen. De besneeuwde toppen kwamen steeds een stukje dichterbij. Ik bedacht me ook dat het logisch is dat het de laatste dagen (ondanks de warmte) wat moeizamer gaat omdat het toch meer klimmen dan dalen is.
Voor een outdoor outlet koffie tot de winkel open hing. Nu ik er bijna ben is nog een setje kleding wel fijn. En als je dan toch moet shoppen, is dat fijn om hier te mogen doen. Na een korte broek en hemdje gevonden te hebben, vervolgde ik mijn tocht voor voedsel.
Ik schrik me elke keer een hoedje wanneer er nogal grijze zwarte lompe merel achtige vogels uit het gras schieten langs de weg. Het zijn jonkies en op een gegeven moment stond er eentje op de weg te tweeten. Hij had een erg kort staartje en nadat ik hem passeerde kwam hij me nog even achterna. Hij hopte alleen snel het gras weer in toen ik bukte.
Het was drukkend warm en er zou regen komen. En die kwam er. Ik had net het hele regenpak aan toen het losbarste. Gelukkig kon ik schuilen bij Hållandsgården (gården is tuin en de å spreek je uit als een o dus heel toepasselijk deze bui). Er was een hele grote groep kids die blijkbaar een soort kamp hadden vanuit de kerk. Alle spellen moesten gewoon doorgaan ondanks de bui en het was erg vermakelijk om te zien van onder het afdakje.
Ik kwam weer langs de rivier te lopen die waarschijnlijk ook door de heftige bui behoorlijk machtig was. Er volgde ook een stroomversnelling en eindigde bij een waterval. Zo eentje waarbij je kriebels in je maag krijgt door de kracht. Het regenpak kon weer uit en bij het cafeetje van een camping kon ik even bijkomen. De eigenaars waren Nederlanders.
Na een lang en warm stuk, vond ik een plekje. Het laatste nachtje in mijn vertrouwde tentje. Hij was nu meer geel dan groen maar hij doet nog steeds wat hij moet doen.
De laatste wandeldag kan ik het rustig aan doen. Rustig afbreken en nog even genieten van de natuur. Hier zijn meer wandelpaden omdat deze denk ik samen gaan met de sneeuwscooter wegen in de winter.
Op een bankje kon ik met een mooi uitzicht nog een kop koffie drinken. En soms lijkt het alsof ik vaak koffie drink, maar dit is voor mij een rustmomentje, een onderbreking van het wandelen. Misschien dat ik het daarom wel zoveel benoem.
Terug bij het water kreeg ik een compliment van een man dat ik goed Zweeds sprak. Dat was leuk om te horen. Hij had in Canada gewoond dus zijn Engels zou vast goed genoeg zijn maar we bleven lekker in het Zweeds praten. Dat ik hier maar even een grabbe aan de haak moest slaan.
Verderop was een tunneltje onder het spoor door en daar stond een shelter met banken. En belangrijker, het stond aan het water. Eindelijk kon ik het water in, mijn haren en kleding wassen en met een fris gevoel richting Åre. Dat gevoel was helaas na de volgende klim verdwenen maar het was zeker even fijn.
En met die klim schoot er iets niet goed in mijn voet. Ik had net die ochtend bedacht hoe blij ik was dat mijn voeten het zo goed hadden gedaan. Helaas, het was dezelfde blessure als tijdens de camino maar nu mijn andere fout. Misschien is het ook wel een soort onderliggende spanning voor de terugreis. Dan zijn de laatste 3 kilometers nog erg lang. Hopelijk heb ik er niet te lang op door gelopen en kan het snel herstellen.
In Åre heel lekker gegeten, boodschappen gedaan en nu zit ik aan een strandje met uitkijk op de witte toppen. Pas vanavond gaat mijn trein, eerst naar Sundsvall en dan als nachttrein door naar Stockholm waar ik om 6 uur aankom. En dan, dan zie ik Monique! Even Stockholm en omgeving verkennen en heerlijk bijpraten. Ik ben nu precies een maand op pad en het is best snel gegaan.
Voor de mensen die van cijfers houden:
28 wandeldagen
640 kilometer
79 km Arnäsleden
95 km Världsarvsleden
123 km Höga kustenleden
343 km St Olavsleden (13 dagen) tot Åre
31,5 km langste afstand.
12 tot 15 kilo bagage (afhankelijk van de afstand van een winkel).
Groetjes vanuit het warme Åre en tot snel!