En de wandeling over de Världsarvsleden gaat verder. Met mijn ondertussen groen gespikkelde tent (stuifmeel van de bomen wat niet nat moet worden, dan wordt het wel een erg mooie groene drap), volg ik de gele stippen. De mieren zijn alweer druk bezig dit jaar. Je ziet de mierenhopen groeien en er worden enorme snelwegen aangelegd met druk verkeer. Grote en kleine rode mieren, enorme, grote en kleine zwarte mieren, het stormt maar door. Zelfs een grote rode die een kleine zwarte als een teddybeer met zich mee sjouwt.
Bij een meertje vindt ik eindelijk een plekje uit de wind. Heel luxe met kleedhokjes, telefoon opladers in kluisjes, wc’s en bankjes. Heerlijk zo ontbijten.
Er volgt een aardige berg met een iets minder aardige klim. De hut die van onderen al te zien was, is fantastisch. Een groot raam met een mooi uitzicht. Ik wilde het eigenlijk rustig aan doen en daar overnachten, maar de rukwinden zijn zo heftig dat het hutje schut, piept en kraakt. Zelfs de schoorsteen fluit af en toe. Geen plek om rustig te overnachten dus.
Een rustige afdaling omlaag en een fijne wandeling langs het water. De bevers zijn hier aardig te keer gegaan en hebben hun sporen achtergelaten. Sommige bomen zijn nu net kunstwerkjes op zich.
Bij een strandje op een grote parkeerplaats vind ik een plekje voor mijn tent. Ik hoopte uit de wind maar deze lijkt soms wel van alle kanten te komen. Gelukkig trekt mijn tent het.
De volgende dag is het koud, warm, koud warm… schaduw en wind is ijzig, zon en luwte is heet. Voor mij geen wisselbaden meer.
Bij Bönhamn was een groot luxe toilet waar ik even mijn haren heb kunnen wassen, dat is toch wel zo fijn. Een koude dip is prima, maar een koude kop is wel wat anders. Alle horeca is nog steeds dicht, het is gewoon nog niet het seizoen. Ik vind het best, dan kan ik op de mooiste plekjes genieten van een lekker bakkie.
Nordingrå natuurreservaat is weer een pareltje. Ik heb nog nooit zo’n lange strandwandeling gemaakt zonder zand. Het bestond uit vele platte rotsen die zich over de gehele kust uitstrekken. Wel wat het goed zoeken naar de momenteel blauwe markeringen die veelal op de stenen zelf waren aangebracht en een beetje waren vervaagt.
Ik kwam een man op de fiets tegen die zei dat het wandelseizoen weer begon maar dat het vanmorgen nog maar 2 graden was. Dat verklaart een hoop.
Uiteindelijk vind ik een verscholen plek waar ik in alle rust nog even van mijn boek kan genieten.
Ook de volgende ochtend begint het koud. Ik had om half 1 die nacht naar de koolmees liggen luisteren die om 5 uur nog zijn stem niet kwijt was. Het wordt niet echt meer donker momenteel, dat is wel raar maar niet echt vervelend. Ik kruip gewoon nog wat dieper in mijn slaapzak.
Vandaag heb ik helaas veel op de weg gelopen. Vanaf Häggvik ben ik van de route afgeweken richting de supermarkt. Dit ging langs een E-weg en dat is toch wel even pittig. Toch was er gelukkig niet veel verkeer.
Bij de supermarkt kreeg ik van een oudere dame te horen dat ik ‘duktig’ ben, moedig. Dat was leuk om te horen. Met mijn weer volle rugzak voor de komende drie dagen ga ik weer verder op de Höga Kustenleden. Hiervan heb ik maar 6 km gemist, van de Världsarvsleden heb ik ook de laatste 6 geskipt.
Het is ook rustig op deze trail. Ik kom op het eind een Duitse vrouw tegen die me verteld dat ik de eerste ben die ze tegenkomt na twee dagen. Het is leuk om even ervaringen te delen. Door haar waag ik me toch weer op een berg voor een shelter. Heerlijk uit de wind en af en toe in de hete zon. Een pracht uitzicht ook. Aan de achterkant ontdek ik een kleine ruimte, perfect slaapplaats voor mij vannacht.
Nog maar twee dagen op de Höga Kustenleden. Het zal wel even wennen worden als ik weer in de stad kom. Tot de volgende blog!
Liefs Merel